De verschillende soorten materialen waaruit de aardkorst is samengesteld.
De kleinste homogene bestanddelen waaruit gesteenten zijn samengesteld.
Naargelang het ontstaan van de gesteenten kan je ze indelen op volgende manier. Vul het schema aan met de termen: stollingsgesteente, afzettingsgesteente, metamorf gesteente, smelten en afkoelen, erosie + afzetting, metamorfose onder hoge druk en/of hoge temperatuur. Duid met pijltjes zelf de richting aan. Het type gesteente dat ontstaat bij de hoogste temperatuur moet links onder, het type gesteente dat ontstaat bij de laagste druk rechtsonder.
de gesteentecylus
Vloeibaar gesteente onder het aardoppervlak
Het vloeibare gesteente dat aan het aardoppervlak of op de zeebodem doorbreekt.
Lava (USGS)
Gesteenten die ontstaan zijn door de afkoeling en stollling van een magma.
Noteer de namen van de types stollingsgesteenten op de figuur en duid ook de kraterpijp aan. Kies uit: uitvloeiingsgesteente, dieptegesteente en ganggesteente.
Wat is nu het concrete verschil tussen deze soorten?
Veel hangt af van de snelheid
waarmee deze types stollingsgesteente hebben kunnen stollen. Hoe trager een
gesteente kan stollen, hoe groter de kristallen die zich kunnen vormen.
uitvloeiingsgesteente: gesteente dat ontstond door de afkoeling en stolling van een
magma aan het aardoppervlak een snelle afkoeling en stolling een fijnkorrelig
gesteente
typevoorbeeld: basalt
Basalt (sandatlas.org, met vriendelijke toestemming)
graniet
Dioriet (sandatlas.org, met vriendelijke toestemming)
De kristallen zijn goed met het blote oog te zien. Dit gesteente is dus kennelijk traag gestold, dus...
Gesteentes dat afgezet werd door rivieren (fluviatiel), door de wind (eolisch), de zee (marien), gletsjers (glaciaal), of andere vormen van erosie.
typevoorbeeld: grind, zand, leem, klei
Vul de tabel verder in. Kies bij eigenschappen uit:
Korrelgrootte (diameter in µm) | Korrelgrootte (diameter in mm) | Gesteente | Eigenschappen |
< 2 µm | < 0,002 mm | klei | niet met het blote oog zichtbaar, wel kneedbaar |
2 - 50 µm | . . . . | leem | los, niet met het blote oog zichtbaar |
50 - 2000 µm | . . . . | zand | los en met het blote oog zichtbaar |
> 2000 µm | > 2 mm | grove delen (grind,...) | los en met het blote oog zichtbaar |
Kalksteen (Stadtmuseum Berlin)
Gesteente dat een metamorfose (verandering in structuur en samenstelling) heeft ondergaan onder invloed van hoge druk en temperatuur.
Augengneiss (University of Cape Town, Rock Art Gallery)
soort gesteente | subtype | voorbeeld |
---|---|---|
stollingsgesteente | uitvloeiingsgesteente of effusiegesteente | basalt |
. . . . . . | . . . . . . | |
. . . . . . | . . . . . . | |
afzettingsgesteente of sedimentgesteente | klastische gesteenten: ontstaan door afbraak | klei, zand |
door uitkristallisatie van opgeloste stoffen | evaporieten, stalagmieten, travertijn | |
. . . . . . | kalksteen, koraalriffen, veen, aardolie (!) | |
metamorfe gesteenten | door hoge p en T | marmer, leisteen, steenkool |