4.3 De aardrevolutie
4.3.1 Definities en beschrijving
Definities
Revolutie: het beschrijven door een hemellichaam van een baan om een ster (in het zonnestelsel: om de zon).
Omlooptijd: tijd nodig voor één volledige revolutie.
Aardrevolutie: de revolutie die de aarde beschrijft om de zon.
Opdracht 1
Los de vragen op.
Wat is de bewegingszin van de aardrevolutie van bovenaf gezien (loodrecht op de ecliptica)? ......................................................................
Hoelang duurt één kalenderjaar omgerekend naar dagen? ......................................................................
Wat is het gevolg hiervan op het aantal dagen in één kalenderjaar? ......................................................................
Welke aanpassing voeren we door om dit te corrigeren? ......................................................................
SAMENVATTING
Om de 4 jaar is er in onze tijdrekenening een schrikkeljaar (jaren die een veelvoud van 4 zijn).
Eeuwjaren (veelvouden van 100) zijn geen schrikkeljaren TENZIJ ze deelbaar zijn door 400.
Oorzaak van het probleem:
- een jaar is gebaseerd op de aardrevolutie
- een maand op de draaibeweging van de maan rond de aarde en
- een dag op de aardrotatie.
Uiteraard hebben deze drie bewegingen niets met elkaar van doen.
De kalender is gebaseerd op deze bewegingen, maar er zijn heel wat kunstgrepen vereist om die te laten kloppen.
4.3.2 De wisselende afstand aarde-zon
Opdracht 2
Los de vragen op.
Definities
Perihelium: het punt op de aardbaan waarbij de aarde het dichtst bij de zon staat.
Aphelium: het punt op de aardbaan waarbij de aarde het verst verwijderd is van de zon.
Wat is het eerstvolgende moment waarop de aarde het verst van de zon staat?
Wat is het eerstvolgende moment waarop de aarde het dichtst bij de zon staat?
Wanneer beweegt de aarde het snelst: rond het perihelium of rond het aphelium?
Opdracht 3
Test eerst of je voldoende basiskennis hebt en wees daarbij zo precies mogelijk. Vul bijvoorbeeld "kreeftskeerkring" of "steenbokskeerkring" en niet enkel "keerkring".
Definitie
Hemelevenaar: die cirkel die ontstaat wanneer men het vlak van de aardse evenaar laat snijden met de hemelbol (hemelevenaar = het verlengde van de aardse evenaar).
De aardas staat niet loodrecht (90°) maar wel schuin (66°33') op de ecliptica (het baanvlak van de aarde). De aardas wijst ook steeds naar dezelfde ster.
Dit heeft heeft tot gevolg dat nu eens het noordelijk halfrond meer zonnestraling krijgt en dan weer het zuidelijk halfrond.
We bespreken vier punten op de aardbaan met een kenmerkende inval van de zonnestraling: twee zonnewendes en twee nachteveningen. Aan de hand van deze vier punten definiëren we de vier seizoenen.
Overzichtsfiguur
Hemelevenaar | Hemelpool en hemelevenaar
Uitvergrotingen
Winterzonnewende | Zomerzonnewende
4.3.3.1 De zonnewendes (solstitium, meervoud: solstitia)
Opdracht 4
Klik op de vier kleine aardsymbolen in de overzichtsfiguur en de uitvergrotingen . Vul de kenmerken van de zonnewendes in in onderstaand schema.
Noteer een beknopte definitie met behulp van de overzichtsfiguur of met behulp van de wiki.
Kenmerk |
Winterzonnewende | Zomerzonnewende |
---|---|---|
Waar op aarde(op welke breedte) vallen de zonnestralen loodrecht in?
|
||
Welk halfrond krijgt het meeste zonnestraling?
|
||
Wat is kenmerkend aan de duur van de dag ten noorden van de noordpoolcirkel?
|
||
Wat is kenmerkend aan de duur van de dag ten zuiden van de zuidpoolcirkel?
|
||
Wanneer valt de eerstvolgende zonnewende (solstice) van dit type?
|
||
Hoeveel uren daglicht (tijdsduur tussen zonsopkomst en zonsondergang) zijn er op 60 °NB?
|
||
Waar duurt de nacht precies 12 uur?
|
Definitie
Zonnewende:
4.3.3.2 De nachteveningen (equinox, meervoud: equinoctes)
Opdracht 5
Zelfde opdracht als opdracht 4, alleen nu voor de nachteveningen.
Noteer een beknopte definitie met behulp van de overzichtsfiguur of met behulp van de wiki.
Kenmerk |
Lentenachtevening | Herfstnachtevening |
---|---|---|
Waar op aarde(op welke breedte) vallen de zonnestralen loodrecht in?
|
||
Welk halfrond krijgt het meeste zonnestraling?
|
||
Wat is kenmerkend aan de duur van de dag ten noorden van de noordpoolcirkel?
|
||
Wat is kenmerkend aan de duur van de dag ten zuiden van de zuidpoolcirkel?
|
||
Wanneer valt de eerstvolgende nachtevening (equinox) van dit type?
|
||
Hoeveel uren daglicht (tijdsduur tussen zonsopkomst en zonsondergang) zijn er op 60 °NB?
|
||
Waar duurt de nacht precies 12 uur?
|
Definitie
Nachtevening:
4.3.3.3 Het verband tussen zonnewendes, nachteveningen en seizoenen
De stand van de aardas en de seizoenen (geluid!!) | Nachteveningen en zonnewendes: animatie | Nog een animatie (merk op dat de aardas schuin BLIJFT staan |
Opdracht 6
Onderzoek het verband tussen de nachteveningen en zonnewendes enerzijds en de timing, begin en einde van elk seizoen anderzijds. Gebruik de animaties hierboven en/of de overzichtsfiguur. Noteer je besluit hieronder.
Besluit
Winter:
Lente:
Zomer:
Herfst:
4.4 Synthese
Opdracht 7
Sleep de beweringen naar een plaats op aarde waar ze gelden. De gekleurde lijnen in het vet verwijzen naar een bepaalde geografische breedte (bijvoorbeeld: 66° 33' NB), de dunne zwarte lijntjes verwijzen naar een zone (bijvoorbeeld: van 23° 27' tot 66° 33' NB), .
Controleer je antwoord.