5MtWe :: Groepswerk Windenergie :: Milieuproblemen bij de winning van windenergie | ||
---|---|---|
..:: GW Aardrijkskunde.be Website ::.. Florian Vanthuyne ............................................................... 21 |
||
Geluidshinder Een windturbine van 2 MW produceert op een afstand van 550 m ongeveer 40 decibels, wat overeenkomt met het geluid in een rustig kantoor, een rustige woonbuurt of zacht geroezemoes in een klas. Volgens het Milieu effecten rapport opgesteld voor het offshore park op de Thornton bank, zal het specifieke geluid van het windturbinepark steeds lager liggen dan het achtergrondgeluid van de branding ter hoogte van de kustlijn. Ruimtegebruik Een windturbinepark beslaat een groot oppervlak, maar hiervan wordt slechts een heel klein deel effectief bebouwd (direct ruimtegebruik). De rest van de oppervlakte kan bijvoorbeeld worden gebruikt als landbouwgrond. Windturbines moeten op een minimale afstand van elkaar ingeplant worden om de nadelige effecten van turbulentie te beperken. Voor onshore windmolens gaat men uit van een afstand van 5 maal de diameter in zowel de downwind richting (met de wind mee) als de crosswind richting (zijwaartse wind). Turbines op zee dienen iets verder uiteen te staan, omdat het effect van de turbulentie iets groter is: 5 maal de diameter in crosswind richting en 7 maal de diameter in downwind richting. Visuele hinder Hedendaagse windturbines hebben een ashoogte van 100 meter en een diameter van 80 meter. De inplanting van een windmolen of meerdere windmolens bepaalt dan ook in belangrijke mate het landschap. Dit is ook één van de belangrijkste argumenten van de vele locale actiegroepen tegen windmolens: de landschappelijke vervuiling. Het is voornamelijk het platteland en de gebieden dicht bij de kust of in zee die de beste windcondities hebben, maar tevens door de mensen als meest waardevol landschap worden beschouwd. Bij de plaatsing van een windmolenpark dient men geval per geval de visuele hinder te meten via kwalitatieve en kwantitatieve technieken. Deze technieken tonen hoeveel windmolens zichtbaar zijn vanaf een bepaalde locatie en hoe dominant ze in het landschap aanwezig zijn. Men dient ook rekening te houden met de mening van het publiek en de omwonenden. Avifauna Vogelhinder door windturbines doet zich voor op twee vlakken:
Radar Schaduwhinder De hinder is vooral afhankelijk van de afstand van de turbine tot de waarnemer of diens woning. Als de afstand zo groot is dat de wiek niet meer de hele zonneschijf afdekt, wordt de schaduwhinder snel verwaarloosbaar. Verder kan de frequentie waarmee de schaduw verschijnt en weer verdwijnt belangrijk gevonden worden. Doordat moderne molens steeds groter worden zullen ze ook steeds langzamer gaan draaien, en daardoor minder hinderlijk zijn. Als in de omgeving van een windturbine schaduwhinder kan optreden, dan kan dit voorkomen worden met behulp van een stilstandregeling. Van tevoren kan nauwkeurig berekend worden op welke momenten schaduwhinder op kan treden. Een lichtgevoelige cel kan meten of op die momenten de zon schijnt. Als dat zo is dan kan de windturbine uitgeschakeld worden, totdat de schaduwhinder weer verdwenen is. |
||
Bronnen | Webdesign: florindustries.com |