5MtWe :: Groepswerk Windenergie :: Milieuproblemen bij de winning van windenergie

..:: GW Aardrijkskunde.be Website ::..

Florian Vanthuyne ............................................................... 21
Emmeline Godin .................................................................. 09
Sofie Van Daele ..................................................................... 20
Laurence Vincent ................................................................. 23

Geluidshinder
Windmolens hebben twee mogelijke geluidsbronnen. Enerzijds is er het zoeven van de wieken en anderzijds het mechanisch geluid van de generator. De huidige generatie windturbines zijn zowel aërodynamisch als mechanisch zo ontworpen dat het lawaai minimaal blijft. De mate waarin geluidshinder door de windturbines optreedt, is afhankelijk van verschillende factoren zoals: de windsnelheid, de bronsterkte van de turbine, de opstellingsvorm en het aantal windturbines. Ook de afstand tot de omwonenden en het achtergrondgeluid speelt een belangrijke rol.

Een windturbine van 2 MW produceert op een afstand van 550 m ongeveer 40 decibels, wat overeenkomt met het geluid in een rustig kantoor, een rustige woonbuurt of zacht geroezemoes in een klas.
Bij de inplanting van een windturbinepark dient men voldoende afstand tot woonbebouwing of andere geluidsgevoelige plaatsen te bewaren, om zodoende de geluidshinder tot een minimum te beperken.

Volgens het Milieu effecten rapport opgesteld voor het offshore park op de Thornton bank, zal het specifieke geluid van het windturbinepark steeds lager liggen dan het achtergrondgeluid van de branding ter hoogte van de kustlijn.

Ruimtegebruik
Het ruimtebeslag van een windmolenpark ligt veel hoger dan dat van een conventionele centrale voor eenzelfde capaciteit. Indien we alle Belgische kerncentrales willen vervangen door windturbines, dan is hiervoor een oppervlakte tussen de 1300 en 1700 km² nodig (tussen de 10 - 13 % van het Vlaamse grondgebied), wat veel meer is dan de oppervlakte die de kerncentrales innemen107.

Een windturbinepark beslaat een groot oppervlak, maar hiervan wordt slechts een heel klein deel effectief bebouwd (direct ruimtegebruik). De rest van de oppervlakte kan bijvoorbeeld worden gebruikt als landbouwgrond.

Windturbines moeten op een minimale afstand van elkaar ingeplant worden om de nadelige effecten van turbulentie te beperken. Voor onshore windmolens gaat men uit van een afstand van 5 maal de diameter in zowel de downwind richting (met de wind mee) als de crosswind richting (zijwaartse wind). Turbines op zee dienen iets verder uiteen te staan, omdat het effect van de turbulentie iets groter is: 5 maal de diameter in crosswind richting en 7 maal de diameter in downwind richting.

Visuele hinder
Volgens sommigen zijn het prachtige constructies die een meerwaarde geven aan het landschap. Anderen spreken van horizonverontreinigende machines, gigantische iconen van de groene politiek. Het al dan niet mooi vinden van een windmolen is een subjectief gegeven, maar men kan wel objectief vaststellen dat deze commerciële machines het platteland zullen veroveren.

Hedendaagse windturbines hebben een ashoogte van 100 meter en een diameter van 80 meter. De inplanting van een windmolen of meerdere windmolens bepaalt dan ook in belangrijke mate het landschap. Dit is ook één van de belangrijkste argumenten van de vele locale actiegroepen tegen windmolens: de landschappelijke vervuiling.

Het is voornamelijk het platteland en de gebieden dicht bij de kust of in zee die de beste windcondities hebben, maar tevens door de mensen als meest waardevol landschap worden beschouwd.

Bij de plaatsing van een windmolenpark dient men geval per geval de visuele hinder te meten via kwalitatieve en kwantitatieve technieken. Deze technieken tonen hoeveel windmolens zichtbaar zijn vanaf een bepaalde locatie en hoe dominant ze in het landschap aanwezig zijn. Men dient ook rekening te houden met de mening van het publiek en de omwonenden.

Avifauna
Windturbines kunnen in bepaalde gevallen een probleem vormen voor vogels. Dit vooral in gebieden met grote vogelconcentraties en waar zich veel vliegbewegingen voordoen op relatief geringe hoogte.

Vogelhinder door windturbines doet zich voor op twee vlakken:

  • Aanvaringsaspect: indien vogels in aanvaring komen met de windturbine (meestal
    de wieken) kunnen ze daarbij gedood of gewond worden.
  • Verstoringaspect: door de aanleg van windturbines kunnen broed- of rustgebieden verloren gaan door ruimtebeslag, maar er bestaat ook indirecte hinder
    door de aanwezigheid van beweging of geluid van de windmolens.

Radar
Windturbines kunnen storingen op radarbeelden veroorzaken, plaatsing in de buurt van radarstations is daardoor meestal niet mogelijk. Er wordt onderzoek gedaan aan de mogelijkheid de rotor van windturbines te voorzien van een radarstralingabsorberende laag (zoals bij stealth vliegtuigen) en naar de mogelijkheid om radarstations uit te rusten met software die de radarreflecties van windturbines kunnen wegfilteren. Sinds 2005 blijkt het mogelijk om te overleggen met het ministerie van defensie en afspraken te maken, ook als zij vroeger ergens een maximale bouwhoogtes eisten.

Schaduwhinder
Wanneer de zon schijnt werpt de rotor van een windturbine een bewegende slagschaduw. Als deze slagschaduw door een venster valt zal in de ruimte daarachter een hinderlijk stroboscopisch effect worden ervaren.

De hinder is vooral afhankelijk van de afstand van de turbine tot de waarnemer of diens woning. Als de afstand zo groot is dat de wiek niet meer de hele zonneschijf afdekt, wordt de schaduwhinder snel verwaarloosbaar. Verder kan de frequentie waarmee de schaduw verschijnt en weer verdwijnt belangrijk gevonden worden. Doordat moderne molens steeds groter worden zullen ze ook steeds langzamer gaan draaien, en daardoor minder hinderlijk zijn.

Als in de omgeving van een windturbine schaduwhinder kan optreden, dan kan dit voorkomen worden met behulp van een stilstandregeling. Van tevoren kan nauwkeurig berekend worden op welke momenten schaduwhinder op kan treden. Een lichtgevoelige cel kan meten of op die momenten de zon schijnt. Als dat zo is dan kan de windturbine uitgeschakeld worden, totdat de schaduwhinder weer verdwenen is.

 
 
Bronnen Webdesign:
florindustries.com