Geografische streek in Hoog-België: De Condroz

 

Definities

Hoog-België: streek in België van 200 m tot meer dan 500 m hoogte, zie ook de reliëfkaart

Geografische streek: een gebied met gelijkaardige bodem en landschapselementen

 

1. Situering

   Duid de Condroz aan op onderstaande kaart. Gebruik Encarta of de atlas p. 12A

 

    Los op

 

         Wat vormt de fysische grens van de Condroz in het noorden (rivieren) ? Maas, Samber en Vesder                   

                                                           zuiden (hoogtelijn – geografische streek) ? 300 m hoogtelijn , Fagne – Famenne streek                                                 

                                                           oosten (rivier) ? Net ten oosten van de Ourthe

                                                           westen (landgrens) ? Net ten westen van de Frans-Belgische grens

         Welke grote rivier doorsnijdt het gebied? Maas

 

2.        Reliëf

Foto 1, Foto 2, Foto 3, Foto 4, Foto 5, Foto 6

Op bovenstaande foto’s kan je zien dat de Condroz bestaat uit een golvend landschap waarin langgerekte evenwijdige kammen met brede depressies afwisselen

 

Bekijk het digitaal hoogtemodel, je kan heel duidelijk de kammen zien

Bekijk ook onderstaande topografische kaart en los op

 

Wat is de oriëntatie van de kammen en depressies? SW-NE oriëntatie

Hoe hoog steken de kammen uit in het landschap? Ongeveer 300 meter

Welke hoogte wordt bereikt in de depressies? Ongeveer 250 meter

Hoeveel meter liggen de depressies gemiddeld lager dan de kammen? Ongeveer 50 meter

 

3. Geologie

De huizen, boerderijen en kerken in de Condroz werden in het verleden voornamelijk gebouwd uit plaatselijke gesteenten

De oriëntatierichting van het reliëf vertoont een opvallend parallel verloop met de structuur van de gesteentelagen

 

 

 

 

Bekijk bovenstaande geologische doorsneden goed en los op

 

Wat is het oudste gesteente: de psammiet of de kalksteen? Je kan hiervoor opnieuw de geologische tijdsschaal gebruiken. Psammiet

Waar komt de kalksteen voor? In de depressies

Waar komt de psammiet voor? In de kammen  

 

Deze structuur wijst op een eenvoudige plooistructuur. De gesteentelagen zijn geplooid in een reeks synclines en anticlines.

 

         Welk gesteente vormt de anticlines? Psammiet

         Welk gesteente vormt de synclines? Kalksteen

Hoe ontstond deze plooistructuur? Je kan volgende tekst lezen of al eens bij de tijd over piepen. Hint: psammiet is een zandsteen, een hard gesteente.

                  Dit gebied is een plooienbundel. De oudere en hardere psammiet bood de meeste weerstand; de kalksteen darentegen verweerde en erodeerde vlugger. Het uiteindelijke resultaat is een reeks kammen met weerstandbiedende psammiet die met de anticklies overeenkomen en een reeks depressies met minder weerstandbiedende kalksteen die met de synclines samenvallen.

 

4. Bodem

Ga naar Google Earth en zoom in op het gebied van de Condroz. Vooral het gebied rond Ciney is erg bruikbaar.

Los op.

    

     Welke soorten bodemgebruik herken je op de luchtfoto?

Weiland, bos, akkerland

    

Info Bodems Condroz

Op de bodemkaart vinden we twee grote bodemgroepen terug: leembodems en stenige verweringsbodems. Het bodemgebruik wordt gedeeltelijk door deze bodemtypes bepaald.
Op verschillende plaatsen vinden we leem terug, dit zorgt voor behoorlijke landbouwmogelijkheden. Hierop overheerst de akkerbouw.

Meestal is de leemlaag dun en vermengd met verweerde psammiet of kalksteen. Psammiet is van nature uit weinig vruchtbaar, de kammen waren hierdoor meestal bebost.  De verweringsbodems van kalksteen zijn zwaar lemig tot kleiig en lagen meestal onder grasland.

Dit is echter het klassieke beeld, door gebruik van meststoffen en drainage vervaagt dit beeld geleidelijk.

 

Vul onderstaande samenvatting in.

 

Reliëf

Ouderdom

Gesteente

Geologische structuur

Bodemgebruik

Kam

Boven-Devoon

 

Psammiet

Anticline

Van nature bebost

Depressie

Onder - Carboon

 

Kalksteen

 

Syncline

Van nature akker indien genoeg vruchtbaar, anders weiland

 

5. Tijd over?

A.     Ontstaan Condroz

 

a. Het ontstaan van dit reliëf gaat terug tot in het Paleozoïcum. In de Devoon- en Carboonperiode werd het land voerspeld door de zee. Dikke lagen zand en kalkslib werden afgezet. Deze verhardden geleidelijk tot zandsteen en kalksteen.
b. Op het einde van de Devoon-Carboon periode vond de Hercynische plooiingsfase plaats. De zeeafzettingen werden door intense druk vanuit het zuiden geplooid tot een plooienbundel.
c. Verwering en erosie in het Mesozoïcum en Paleogeen vlakten het gebied af tot een schiervlakte.
d. De zee overspoelde het gebied herhaaldelijk opnieuw. Vanaf eind Paleogeen was er een geleidelijke opheffing a.g.v. de Alpiene plooiing. Deze opheffing was sterker in het zuidelijk deel. De zee trok zich naar het noorden terug. Er ontwikkelde zich een riviernetwerk met een zuid-noordoriëntatie dat de lagen wegerodeerde. De geplooide Paleozoïsche lagen kwamen weer aan de oppervlakte.
e. Op deze lagen vond nu differentiële erosie plaats. De oudere harde psammiet bood de meeste weerstand; de kalksteen daarentegen verweerde en erodeerd veel vlugger. Het uiteindelijke resultaat is een reeks kammen met weerstandbiedende psammiet die met de anticlines overeenkomen en een reeks depressies met minder weerstandbiedende kalksteen die met synclines samenvallen.

 


B. Dolines

In de Condroz worden dolines teruggevonden in de depressies met kalksteen. Dit zijn kleine gesloten verzakkingen, die ontstaan door oplossing van kalksteen of door instorting van lagen, die bovenop oplossingsholten liggen.

Le fondry des chiens is er een voorbeeld van.

 

.

C.     Andere geografische streken in Hoog-België m.b.v. Encarta

Duid op je de eerste kaart van dit werkblad ook de andere geografische streken van Hoog-België aan. (m.b.v. Encarta)