Antwerpen: ontwikkeling van stad en haven

 

  1. Het ontstaan van de Westerschelde

 

-          In het begin van de laatste ijstijd ( 66000 jaar geleden ) bestond de huidige Schelde niet. De rivieren van Laag- en Midden-Belgiλ  mondden toen uit in de Vlaamse Vallei. Deze kwam via Gent en Maldegem in de Noordzee terecht.  Door het lage zeepeil was de vallei diep ingesneden in het ( tertiair ) oppervlak.

 

 

 

 

 

 

-          Na de opvulling van deze vallei met mariene afzettingen, eolisch zand en alluvium werd de rivier verplicht om , op het einde van de laatste ijstijd ( 10000 jaar geleden), een nieuwe uitweg naar zee te zoeken. Vanuit Gent stroomde de rivier over Rupelmonde naar Antwerpen om zo uit te monden in de Rijn  (of Maas?)

 

-          Tijdens de Duinkerke 2 –transgressie  ( 4e tot 8ste eeuw na Christus ) ontstond de Oosterschelde

-          Tijdens de Duinkerke 3 –transgressie  (vanaf de 11de eeuw na Christus ) ontstond de Westerschelde. In 1370 ontstond  de aftapping rond Bath. Vanaf 1800 heeft de Westerschelde ongeveer haar huidige vorm verkregen.

Zie http://www.scheldeschorren.be/  (vroeger/Schelde)

 

 

 

Bekijk deze figuur via google earth..

 

-     Estuarium of trechtermonding

Dit wil zeggen dat de rivier onderhevig is aan de invloed van eb en vloed. Vermits de ebstroming zwakker is dan de vloedstroming zal er meer puin in de Westerschelde worden afgezet dan afgevoerd.  Hierdoor ontwikkelen zich zandbanken die tot zandplaten kunnen uitgroeien ( bekijk in google earth )

Gevolgen: a. natuurlijke diepgang is beperkt

                        b. permanente baggerwerken ziijn nodig

                              c; voor de veiligheid: loodsen, zeeboeien, radarnetwerk enz.

getijdentabel  Antwerpen voor donderdag 20 oktober 2005

Getijden

hoogwater

laagwater

hoogwater

laagwater

Antwerpen

6:06

1:02

18:21

13:14

 

  1. De ontwikkeling van de stad

 

Opdracht 1 : Teken , op basis van onderstaande kaarten en info, een kaart van de stadsgroei in Antwerpen.

Gebruik Mappoint .

 

 

9de eeuw:

de stad ontstaat op een natuurlijke hoogte, die tot 30 meter ver in de Schelde stak..

Deze nederzetting bevindt zich in een halfcirkelvormig gebied van ongeveer 2,5 ha groot dat aansluit op de Schelde. In de loop van de 10de eeuw wordt deze nederzetting versterkt met een aarden wal, die het verloop van de latere stenen verdedigingsmuur volgt. Omstreeks 980 bouwt de Duitse keizer Otto II de nederzetting Antwerpen uit tot het versterkte centrum van een militair grensgebied, een zogenaamd markgraafschap. Binnen de bewoningskern in de burcht ontstaat een kapel, toegewijd aan Sint-Walburga, en bevindt zich de verblijfplaats van de markgraaf.

 

De ruienstad van voor 1200
Op het einde van de 12de eeuw was de burcht volledig door een stenen muur omgeven. De nederzetting die zich aan de voet van deze versterking had ontwikkeld, was niet ommuurd, maar werd omsloten door een waterlinie. Deze laatste, de zogenaamde 'ruiendriehoek', omsloot een ruimte van ca. 20 ha. De watergordel dateert vermoedelijk uit de 11de eeuw en fungeerde enerzijds als vooruitgeschoven verdedigingslinie voor de burcht, anderzijds als bescherming van de pre-stedelijke nederzetting binnen het gebied. De huidige Grote Markt komt nu ook binnen het stedelijk gebied te liggen.

 

 

De derde stadsuitbreiding (1295-1314)
In de loop van de 13de eeuw leidde de sterke groei van de bevolking tot een versnelde ruimtelijke stadsontwikkeling. Uit politieke en strategische overwegingen wilde de toenmalige hertog van Brabant, Jan II, Antwerpen daarenboven tot een stevige vesting uitbouwen.. In 1295 startte men aan de zuidkant van de stad met de aanleg van een nieuwe omwalling met de Kronenburgtoren. Ter hoogte van het huidige Blauwtorenplein boog de omwalling af in noordelijke richting en sloot via de huidige Paardenmarkt aan op de reeds bestaande stadsrand. Hierdoor groeide het stedelijk gebied van ongeveer 46 tot 156 ha. Alleen aan de zuidzijde legde men poorten aan. De rest van de omwalling werd reeds in de 14de eeuw als tijdelijk ervaren, zodat de bouw van toegangspoorten niet langer wenselijk was. Wel werd er veel aandacht besteed aan de waterkant, waar de haven- en handelsactiviteiten verschillende toegangen tot de stad noodzakelijk maakten.

  

De 16de eeuw: De Spaanse omwalling en de Nieuwstad

Vanaf het begin van de eeuw kent de stad Antwerpen een ongekende economische groei. Als gevolg hiervan optimaliseert men in een eerste fase het gebruik van de beschikbare ruimte in de toenmalige stad. De bouw van de Spaanse omwalling op het tracι van de huidige Leien maakt Antwerpen tot een imposante vesting. Na 1565 wordt aan de zuidzijde nog een vijfhoekige citadel toegevoegd. Onder invloed van vastgoedspeculanten worden verschillende urbanisatieprojecten uitgewerkt. Het belangrijkste is wellicht de ontwikkeling van de 'Nieuwstad' onder de stuwende kracht van Gilbert van Schoonbeke. Aan de noordzijde van de stad worden kanalen aangelegd ( Vestvliet nu Brouwersvliet, Graanvliet of Oosterse vliet en de Tmmervliet.). Deze vlieten waren onderling verbonden door dwarsvlieten .De Niewstad was eigenlijke een industrieterrein. Plannen om de onbebouwde zone tussen de citadel en de stad te verkavelen, stranden echter.


 

 

 

 

 

 

Stilstand in de 17de en 18de eeuw

Na de val van Antwerpen in 1585 en de belangrijke terugloop van de bevolking kent de stad in ruimtelijk opzicht een stilstand van ruim twee eeuwen. In de stad worden geen grote urbanisatieplannen meer uitgevoerd.

 

Het Franse bewind van 1794 – 1814: de Marinestad

Tijdens het Franse bewind kwam er een heropflakkering omdat de Westerschelde opnieuw vrij was. Napoleon wilde van Antwerpen een oorlogshaven maken en liet hiervoor de volgende infrastructuurwerken uitvoeren: rechtrekken van de Scheldekaaien, overbruggen van de vlieten aan de monding en de aanleg van 2 dokken ( huidige Bonapartedok en Willemdok )

 

 

Tweede helft van de 19de eeuw: de gekantelde stad

Tot dat moment ontwikkelde de stad zich vooral noord-zuid ( langs de Schelde). Van 1860 overheerst de oost-west richting. Het nationale bestuur van de Belgische staat wou van Antwerpen zijn militaire hoofstad maken. Hiervoor worden de Spaanse omwallingen gesloopt vervangen door een boulevard: de Leien.

In plaats hievan werd de Brialmont- omwalling aangelegd rond de stad. Deze omwalling is intussen ontmanteld en vervangen door de Singel, de spoorwegring en de Kleine Ring.

Tussen de oude en de nieuwe omwalling ontstaan er nieuwe woonwijken zoals Stuivenberg, Zurenborg ( met oa de Cogels-Osylei ) en het Zuid ( na afraak van het Zuidkasteel).

De Scheldeoevers worden rechtgetrokken , zodat een nieuwe havenstrook ontstond van 3,5 km lengte en 100m breedte. ( opening in 1885).

Bij deze rechtrekking werd het oudste stadsgedeelte gesloopt ( ongeveer 600 woningen) en de vroegere vlieten overwelfd of gedempt;  Je kan deze vandaag bezoeken ( zie hier of hier )

De havenfunctie breidde zich verder uit naar de nieuwe Zuiderdokken. Deze zijn intussen gedempt (huidige Vlaamse Kaai en Waalse Kaai ).

Ook te noorden van de stad werden een aantal nieuwe dokken aangelegd:  Kattendijkdok ( 1860),  Houtdok (1864), Kempisch dok (1873), Lefθbvredok (1887), Asiadok en Amerikadok.

Rond het Kattendijkdok ontstond een nieuwe wijk : het Eilandje.

Naast de havenuitbreiding was er ook een grote expansie van het spoorwegnet. Vooral de verbinding tussen het nieuwe Centraal Station en de Schelde ( via Meir en Keyserlei ) zorgde ervoor dat het centrum weg groeide van de stroom.

 

20ste eeuw: de uiteengelegde stad

Hierbij waren volgende twee ontwikkelingen zeer belangrijk: de suburbanisatie en de noordwaartse havenuitbreiding. Door de suburbanisatie groeiden de randgemeentes aan elkaar en werden de schaarse open ruimtes verder in beslag genomen; Maar tegelijkertijd werd het sociale, economische en financiλle draagvlak van de stad ondermijnd. Met het RSV wil men deze evolutie een halt toeroepen.

Tegelijkertijd kende de haven een enorme expansie naar het noorden.

Kan je dit verklaren?

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Sedert 1983 ( opening Kallosluis ) is men omwille van plaatsgebrek begonnen met de uitbreiding van de havenactiviteiten op de Lineroever.

 

 

Opdracht : maak met google earth en  paint een overzicht van de ontwikkeling van de haven:

Rood: eerste helft 19de eeuw

Blauw. Tweede helft 19de eeuw

Oranje : 20ste eeuw

Groen: Linkeroever

3. De naoorlogse vernieuwing van de stadskern

 

a.       Wederopbouw. ( 1945- 1955 )

Antwerpen werd op het einde van de oorlog zwaar beschadigd door de inslag van V-bommen. Onder impuls van burgemeester Craeybeckx  werd de stad opnieuw leefbaar gemaakt . Uit deze periode dateren de politietoren ( Oudaan )n het Internationaal Zeemanshuis ( Falconrui ) .

b.      Stadssanering en modernisering. ( 1955 – 1970 )

Door onbewoonbaarheids verklaring,  onteigening en sloping werden voltallige buurten in het centrum weggesaneerd. Hierdoor bleef de oude stad verwaarloosd achter.

Door de modernisering van de haven ging ook de activiteit  aan de kaaien verloren ;

Wat overheerst hier nu?

Er ontstonden nieuwe sociale .wijken in de stadsrand ( bvb op de Linkeroever ).

De stad werd ook aangepast aan de moderne tijd met de inplanting van kantoren in het centrum en de aanleg van verkeersinfrastructuur ( Kleine ring, Kennedytunnel, premetro ).

 

c.       Stadsvernieuwing;

Teneinde de verloedering van de stadskern tegen te gaan werd er een krachtig stadsverniewingsbeleid gevoerd.. Dit had vooral tot doel om de woonfunctie te versterken.

Men ging hierbij uit van een menging van stedelijke functies zoals wonen, werken en recreatie. Dit beleid steunde op volgende 4 pijlers:

  1. nieuwe plannen van aanleg
  2. inrichting van openbare ruimtes tot voetgangersgebieden

voorbeelden uit de excursie?

  1. kleinschalige huisvesting

voorbeelden uit de excursie?

  1. monumentenzorg

voorbeelden uit de excursie?

 

d.      Projecten voor stedelijke vernieuwing  ( 1990 - …?)

Het betreft hier grootschalige projecten  voor stadsvernieuwing zoals Stad aan de Stroom en Antwerpen 93 culturele hoofdstad van Europa.

Stad aan de stroom is een project van 1989 dat uitging van het stadsbestuur en de vzw Stad aan de Stroom. De doelstelling was het herstel van de band tussen stad en stroom. Het project richtte zich vooral op het Eilandje, de Scheldekaaien en de Zuiderdokken.

Na een international wedstrijd werden de plannen van Manuel de Sola Morales ( ook Barcelona ) bekroond voor Eilandje en Kaaien. Voor de Zuiderdokken werd de voorkeur gegeven aan een project van Yoya ( Japan).

Omwille van de grootschaligheid waren deze plannen niet haalbaar en haakte het stadsbestuur af. Deze plannen vormen wel het kader waarbinnen de huidge ( kleinschalige ) projecten gerealiseerd worden.

voorbeelden uit de excursie?

De Scheldekaaien:

 

Eilandje1 of 2  :  Willemdok

 

 

Zuiderdokken: