4.1 Wolkenvorming

Hoe ontstaan wolken? Valt uit alle wolken neerslag op aarde? Waarom begint het te regenen? En waarom valt er op sommige plaatsen op aarde amper neerslag en regent het op andere elke dag? In dit hoofdstuk zoomen we in op de neerslagverdeling op aarde en het ontstaan van neerslag en wolken.

4.1.1 Wolken ( video )

Opdracht 1

Bekijk de wolkentypes. Noteer de samenstelling, aggregatietoestand van en diameter van de deeltjes in een wolk (zie 'uitleg').

Wolken

Samenstelling: water

Aggregatietoestand: vast en vloeibaar

Diameter van de deeltjes: 1 tot 100 µm

 
4.1.2 Energieoverdracht bij een verandering van aggregatietoestand van water

Opdracht 2

Vervolledig het schema door de aggregatietoestanden en overgangen op de correcte plaats te slepen en vergeet je antwoord niet te controleren. Vul aan de hand van dit opgeloste schema de samenvatting verder aan.

 

Samenvatting

Condensatie en verdamping zijn de twee belangrijkste overgangen tussen aggregatietoestanden. Bij condensatie wordt warmte afgegeven

en bij verdamping wordt warmte opgenomen.

 
4.1.3 Absolute, relatieve en verzadigingsvochtigheid

Definitie

Absolute vochtigheid: de massa aan waterdamp per eenheidsmassa (of volume) lucht. Absolute vochtigheid wordt vaak uitgedrukt in g/kg lucht.

Definitie

Verzadigingsvochtigheid: de massa aan waterdamp die een eenheidsmassa (of volume) lucht van een bepaalde temperatuur maximaal kan bevatten (= de maximale absolute vochtigheid bij een bepaalde temperatuur dus). Verzadigingsvochtigheid wordt vaak uitgedrukt in g/kg lucht bij een bepaalde temperatuur in °C.

 

Opdracht 3

Noteer de temperatuur op dit moment en gebruik de verzadigingsvochtigheidscalculator om de verzadigingsvochtigheid voor deze temperatuur te berekenen. Vergeet niet de gepaste eenheid te vermelden.

Meetwaarde

De temperatuur op .............................................................. (tijd en datum) is .............°C.

De verzadigingsvochtigheid bedraagt dus .............................

 

Definitie

Dauwpunt: de temperatuur waarbij de vochtigheid van de lucht maximaal is. Het dauwpunt wordt uitgedrukt als °C voor een bepaald vochtgehalte.

Definitie

Relatieve vochtigheid: verhouding tussen de werkelijk aanwezige hoeveelheid waterdamp (= absolute vochtigheid) en de maximale hoeveelheid waterdamp die lucht van een bepaalde temperatuur kan bevatten (= verzadigingsvochtigheid).

= absolute vochtigheid / verzadigingsvochtigheid.

Relatieve vochtigheid wordt uitgedrukt in % voor een bepaalde temperatuur. Ook relatieve vochtigheid is temperatuursafhankelijk!

Opdracht 4

Noteer de relatieve vochtigheid op dit moment. Vermeld ook hier de gepaste eenheid.

Meetwaarde

De relatieve vochtigheid bedraagt ...................................................

 

4.1.4 Verdamping en condensatie

Opdracht 5

Bouw de verzadigingsvochtigheidskromme op. Gebruik daarna je grafiek om de vragen op te lossen en vul de samenvatting verder aan.

Samenvatting

Verdamping treedt op wanneer de temperatuur stijgt.

Condensatie treedt op wanneer de temperatuur daalt of wanneer de vochtigheidsgraad stijgt.

 

4.2 Transport van warmte via wolken

Samenvatting

Condensatie en verdamping spelen een belangrijke rol in het energietransport in de troposfeer.

Aan het oppervlak treedt verdamping op: hierbij wordt warmte opgenomen en meegetransporteerd met de opstijgende lucht naar boven.

Op grote hoogte treedt condensatie (= wolkenvorming of neerslagvorming) op, waarbij de warmte afgegeven.

Het netto resultaat is een warmtetransport van het oppervlak naar grote hoogte.

WOLKEN FUNGEREN DUS ALS DRAGER VAN WARMTE.

 

 

4.3 Neerslagverdeling op aarde

4.3.1 Neerslagverdeling in grote lijnen

Opdracht 6 Maak deze oefening.

Vul de gevraagde klimaatsgegevens in de tabel voor het Noordelijk halfrond (Europa en Afrika) in. Gebruik daarbij wat je weet uit de les over luchtcirculatie en over het verband tussen verticale luchtbeweging en het optreden van condensatie of verdamping.

Op de lente- of herfstnachtevening
0 °NB 30 °NB 60 °NB 90 ° NB
verticale bewegingszin van de lucht(stijgt of daalt?)
stijgt daalt stijgt daalt
hoge- of lagedrukgebied?
lage druk hoge druk lage druk hoge druk
temperatuursverandering bij deze beweging (toename/afname)
daalt stijgt daalt stijgt
condensatie of verdamping?
condensatie verdamping condensatie verdamping

Besluit

In het noordelijk halfrond komen droge gebieden komen voor rond 90 °NB en 30°NB. Dit zijn gebieden waar de lucht daalt , daarbij opwarmt en aanleiding geeft tot verdampng.

Vochtige gebieden komen vooral voor rond .0 °NB en 60°NB. Hier.stijgt de lucht., waarbij ze afkoelt en aanleiding geeft tot condenstatie.

4.3.2 Neerslagverdeling het jaar rond

Alternatief

Besluit

 

4.3.3 Gebieden met intense neerslag ( video )
1. CONVECTIEREGENS (= ZENITALE REGENS OF SPONTANE STIJGINGSREGENS)

= gebieden rond de evenaar

2. STUWINGSREGENS (= OROGRAFISCHE REGENS OF GEDWONGEN STIJGINGSREGENS)

= de zeezijde van kustgebergtes

Regenschaduw | De Andes

Opdracht 9

Sleep eerst de namen van de bergketens naar de correcte plaats op de satellietfoto. Raadpleeg desnoods je atlas, google earth of deze inzoombare wereldreliëfkaart.

Rangschik Hanford, Las Vegas en Monterey in het onderstaande schema. Vul ook de jaarneerslaghoeveelheden in. Formuleer ook een besluit over de hoeveelheid neerslag aan landzijde en zeezijde van beide bergketens.

Gebruik dit voorbeeld om een besluit te vormen.

 

Besluit

Stuwingsregens ontstaan wanneer lucht omhoog wordt gestuwd ('gedwongen') langsheen bergketens.

Langs de zeezijde van het gebergte moet de lucht stijgen om over de bergketen te raken. Bij dit stijgen zal de lucht afkoelen wat aanleiding kan geven tot condensatie. Hierbij daalt de absolute vochtigheidsgraad van de lucht.

Aan de landzijde zal de lucht weer dalen, waarbij ze opwarmt en aanleiding geeft tot verdamping.

Als gevolg hiervan is de neerslaghoeveelheid aan de landzijde lager dan aan de zeezijde. We noemen de droge zone landinwaarts van een bergketen de regenschaduw.

 
3. MOESSONREGENS

moessonregens in Queensland ( Australiƫ )

 

= de moessonregens gaan samen met de moessonwinden.

Deze winden komen vooral voor in de tropen. De bekendste regio is India. Maar er komen ook moessons voor in Australiƫ, Afrika, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika ...

Door de tegenstelling land-zee verandert de windrichting in de zomer en de winter. Hierdoor ontstaat een droog en een nat seizoen.

Windrichting bij zomer- en wintermoesson

Opdracht 9

Los de vragen op met behulp van infraroodsatellietfoto's van een moessongebied (in maart en in augustus). Gebruik de klimatogrammen waar nodig.

 

Vraag
Antwoord
Welke rivier staat op deze satellietfoto's afgebeeld?
de Mekong
Welke 'kleur' heeft water op een infrarood-satellietfoto?
zwart
Op welk van beide foto's bemerk je overstromingen?
augustus (rechts)
Hoeveel mm neerslag valt er in maart in dat gebied?
10 mm
En hoeveel in augustus?
198 mm
 
4. FRONTALE REGENS

= de gebieden rond 50° en 60° breedte

4.3.4 Gebieden met weinig neerslag

Opdracht 10

In de tabel onderaan staan gebieden waar erg weinig neerslag valt. Kies voor elk van die gebieden een verklaring uit:

- "dalende, opwarmende en droger wordende lucht na plaatselijke gedwongen opstijging"

- "opwarming van koude lucht over een warm landoppervlak met droger worden tot gevolg"

- "te ver van zee en dus uitgeregend"

- "op deze breedte dalende, opwarmende en droger wordende lucht"

 

Gebied
Verklaring
Gebieden tussen 60 en 90 °NB/ZB
op deze breedte dalende, opwarmende en droger wordende lucht
Gebieden rond 30 °NB/ZB
op deze breedte dalende, opwarmende en droger wordende lucht
Landzijde van kustgebergtes (regenschaduw)
dalende, opwarmende en droger wordende lucht na plaatselijke gedwongen opstijging
Binnenland van continenten
te ver van zee en dus uitgeregend
Gebieden gelegen langs koude zeestromingen
opwarming van koude lucht over een warm landoppervlak met droger worden tot gevolg (koude lucht kan ook weinig waterdamp bevatten )

 

4.4 Synthese en extra oefeningen

Opdracht

Maak een schematische samenvatting van de droogtezones en de neerslagrijke gebieden ( inclusief oorzaken, ligging en type ).

Extra oefeningen ( ook voor de GO )

Verklaar de neerslag of droogte in Bangui, Antofagasta, Cuttack en In Amenas, Spitsbergen.

Gebruik de klimatogrammen op volgende site.