Definitie

Insolatie-intensiteit: intensiteit (of sterkte) van het invallende zonlicht op een bepaalde plaats op een bepaald tijdstip.

Opdracht 4

Formuleer een besluit over de invloed van de invalshoek (schuine straleninval of loodrechte straleninval) en de insolatie-intensiteit.

Vul daarna de tabel die de insolatie-intensiteit op de polen en de evenaar aan het begin van elk seizoen weergeeft, in. Druk de insolatie-intensiteit uit als:

-maximum

- nul ( polen ) of minimaal ( evenaar )

- stijgend of dalend ( polen )

Formuleer ook hier een besluit over de insolatie-intensiteit het jaar rond op de polen en op de evenaar.

Kijk voor de invalshoeken van het zonlicht op aarde op de nachteveningen en de zonnewendes terug naar hoofdstuk 4 van Kosmografie.

Besluit over het verband tussen de invalshoek en de insolatie-activiteit

 

  Winterzonnewende Lentenachtevening Zomerzonnewende Herfstnachtevening

 

Insolatie-intensiteit op 90 °NB

 

Insolatie-intensiteit op 0 °NB

 

Insolatie-intensiteit op 90 °ZB

 

Besluit over de insolatie-intensiteit en de positie op aarde

-

 

Dit effect wordt nog versterkt doordat bij een schuine straleninval de afgelegde weg doorheen de atmosfeer toeneemt. De atmosfeer absorbeert een deel van de straling, en hoe langer de afgelegde weg, hoe meer verlies (zie tekening op bord).

 

5.2.Hoogteligging

Algemeen principe

In de troposfeer daalt de luchttemperatuur met toenemende hoogte.

Opdracht 5

Bereken het verschil in januaritemperatuur tussen Bogota en Puerto Carreno.

Gemiddelde januaritemperatuur in Bogota:

Gemiddelde januaritemperatuur in Puerto Carreno:

Hoogteverschil:

temperatuurserschil tussen beide plaatsen:

 

5.3 Oriëntatie

Opdracht 6

Welke oriëntatie heeft de helling waarop het skioord Valfréjus (zie kaart onder) ligt? Tip: de flank waarop de weg naar het dal loopt is kennelijk erg steil. Het helpt als je de rivier kan lokaliseren. Of kies de 'terreinweergave' en leid de oriëntatie van de helling af uit de hoogtelijnen.

Verklaar waarom het skioord net op deze flank ligt. Zoek ook je inspiratie in dit filmpje.

Algemeen principe

Warme oceaanstromingen voeren warme lucht aan, maar geven ook aanleiding tot condensatie waarbij warmte vrijkomt. Koude zeestromingen voeren koude lucht aan.

Opdracht 7

Open de kaart met boeien. Blijf bij Recent data. Noteer voor elk van beide boeien de coördinaten, het tijdstip (in Midden-Europese tijd!!), de temperatuur van het water, de temperatuur van de lucht en. Vervang "English" bij de maateenheden door "metric". Zorg ervoor dat je meetwaarden met hetzelfde tijdstip overeenkomen. Controleer op de kaart of het om een warme, dan wel om een koude zeestroming gaat.

Bereken daarna het verschil tussen beide boeien in watertemperatuur en luchttemperatuur.

De Golfstroom is de zeestroming die West-Europa bespoelt. Ga na om welk type zeestroming (warm of koud) het gaat en waar die stroming vandaan komt. Gebruik zo nodig de kaart of Encarta. Vergelijk ook de aanvoer van lucht door de Atlantische Oceaan in West-Europa met Noord-Amerika.

INDIEN ER VOOR EEN VAN DE BOEIEN GEEN INFORMATIE BESCHIKBAAR IS, KIES DAN EEN ANDERE DICHTBIJGELEGEN BOEI.

 

Boei 44258 (Voor de kust van Nova Scotia)

Coördinaten

Tijdstip (MET)

Watertemperatuur WTMP (°C)

Luchttemperatuur ATMP (°C)

Type zeestroming (warm of koud)

 

Verschil in watertemperatuur:

Verschil in luchttemperatuur:

Besluit

De Golfstroom is een ........................ zeestroming die ontstaat in ........................................ en stroomt naar West- en Noord-Europa.

Als gevolg hiervan is de temperatuur in West-Europa ......................... dan de temperatuur van een plaats op dezelfde hoogte en breedte in Noord-Amerika.

 
5.5 Verschil in opwarming tussen zee en land

Verschil in opwarming tussen zee en land (geluid!!) | ( weerbericht )

 

Opdracht 8

Formuleer het algemene principe met behulp van de animatie (beweeg de cursor over het land en de zee).

Algemeen principe

Water warmt veel ........................ (sneller/trager) op dan het land, maar koelt ook veel ........................... af. Dit is te wijten aan het feit dat:

- de warmtecapaciteit........................................................................................................................................................................

- ............................................................................................................................................................................................................

- ............................................................................................................................................................................................................

Als gevolg hiervan zijn de verschillen in luchttemperatuur tussen zomer en winter boven het land ........................dan boven zee. Dit staat bekend als de matigende invloed van de zee.

Opdracht 9

Maak onderstaande opdracht. Je hebt er klimatogrammen voor nodig. Gebruik Google Maps, je atlas of Encarta om de ligging te bepalen.

Algemeen principe

De isothermen over het land buigen in de zomer af naar...............................(evenaar/polen) en in de winter naar ................................ (evenaar/polen).

In het noordelijk halfrond buigen in de zomer isothermen over land dus af naar..................... (noorden/zuiden) en in de winter over land naar..........................(noorden/zuiden).

5.5 Enkele andere factoren
5.5.1. Verschil in reflecterend vermogen tussen oppervlakken :

Het reflectievermogen varieert van plaats tot plaats maar ook op eenzelfde plaats zijn er grote verschillen. Enkele oorzaken: veranderingen in de vegetatie ( seizoenen ), aanwezigheid van een sneeuwdek, ...

Algemeen principe

Een oppervlak reflecteert een deel van de invallende straling en absorbeert het overige deel. Bij reflectie worden de stralen onveranderd teruggestuurd (reflectie zorgt dus niet voor een opwarming), bij absorptie wordt een deel van de stralingsenergie opgenomen en warmt het oppervlak wél op (denk maar aan een donkere trui die nauwelijks licht weerkaatst en warm aanvoelt).

Hoe lager het reflecterend vermogen, hoe sneller de opwarming.

5.5.2. Tijdstip van de dag ( zie absorptie door het grondoppervlak )
5.5.3. De atmosfeer (winden inbegrepen)
Reflectie door fijne deeltjes
5.5.3. De wolken ( video )

Opdracht 10: Duid aan op de figuur: lichtstraling ( kort golflengte ) en warmtestraling ( lange golflengte )

Bekijk deze animatie en beschrijf wat er gebeurt met de korte golfstraling.

 

De veranderingen in het wokendek op aarde

 

 

2.3 Indeling van klimaten op basis van temperatuur

Opdracht

Zie bundel

 

 

2.4 Synthese en extra oefeningen

Extra oefening 1

Verklaar het verschil in jaartemperatuur tussen Graz en Sonnblick en (allebei in Oostenrijk).

Extra oefening 2

Vergelijk het verschil in januaritemperatuur en julitemperatuur tussen Rijsel en Krakow (in Polen). Verklaar per maand het verschil in temperatuur indien dit meer dan 5°C bedraagt.

Extra oefening 3

Boston (in de staat Massachusetts, VS) heeft een gemiddelde januaritemperatuur van -1.8 °C. Boston ligt op een hoogte van 9 m boven de zeespiegel.

Vigo (42° 13' NB, 8° 38' WL) ligt op 255 m hoogte. De gemiddelde januaritemperatuur bedraagt er 8.2 °C.

Verklaar dit verschil.


 

TIJD OVER?

 

 

Test jezelf!